Sint Eustatius, de Grote Kwartelduif en Geiten

De kwetsbare natuur van alle tot de Nederlandse Antillen behorende eilanden staat al jaren onder druk. Ook Sint Eustatius wordt geconfronteerd met aanzienlijke bedreigingen voor zijn vitale bosecosystemen, met name de bedreigde en zeldzame tropische droge bossen.
Hoewel deze tropische droge bossen voorkomen in klimaten die het hele jaar door warm zijn en honderden centimeters regen per jaar kunnen ontvangen, hebben ze op de Bovenwindse eilanden te maken met lange droge seizoenen die enkele maanden duren. Er heerst namelijk een tropisch moessonklimaat, met een natte nazomer en herfst. De rest van het jaar valt er niet of nauwelijks neerslag. De loofbomen verliezen gewoonlijk hun blad gedurende de droge periode, omdat dit vocht spaart. Hierdoor wordt de bodem aan het zonlicht blootgesteld en er is dan ook meestal sprake van een rijke bodembegroeiing.

De belangrijkste stressfactoren voor dit bostype zijn rondzwervende dieren (geiten) en invasieve soorten (ratten). Om deze bedreigingen tegen te gaan, is er op Sint Eustatius een nieuw project opgestart dat zich richt op het monitoren (whatever that means) en beheersen van invasieve soorten.

Grote kwartelduif
De belangrijkste acties zijn, onder meer, het verwijderen van invasieve soorten en herbebossingsinspanningen, waarbij de nadruk ligt op endemische soorten als de agave (Agave sisalana) om de veerkracht van ecosystemen te vergroten. Herbebossing helpt niet alleen bij het beheersen van invasieve soorten, maar draagt ook bij aan het herstel van habitats, waardoor de weg wordt vrijgemaakt voor toekomstige projecten die de rondzwervende dieren aanpakken.

Een cruciale soort, de grote kwartelduif (Geotrygon mystacea) komt alleen voor op de bovenwindse en benedenwindse eilanden. De soort dient als indicator voor het succes van de bestrijding van invasieve soorten en het herstel van ecosystemen. Het project heeft tot doel essentiële gegevens over deze soort en de biodiversiteit van het eiland als geheel te verzamelen en zo de basis te leggen voor weloverwogen instandhoudingsstrategieën.

Het lijkt een ambitieus project, maar het belangrijkste doel is het wegvangen van alle loslopende, verwilderde geiten. Dit vreten rücksichtslos het hele eiland kaal met desastreuze gevolgen. De eilanders noemen het een soort traditie, maar het is natuurlijk meer een vorm van lamlendigheid om je huisdieren of vee niet binnen een afrastering te houden.

West-Indische boomvaren
Overigens: hoe klein het eiland ook is, op Sint Eustatius blijkt zich jarenlang een unieke plant verstopt te hebben. De (vooralsnog) slapende vulkaan The Quill op Sint Eustatius, hield 138 jaar lang een boomvaren verborgen. De West-Indische boomvaren (Cyathea arborea) werd in 1885 voor het eerst én voor het laatst op het eiland waargenomen. Maar bij onderzoek naar de flora op de loodrechte hellingen werden onderzoekers verrast door vijf van deze boomvarens, naast veel andere varens en orchideeën die hier buiten het bereik zijn van geiten en mensen.
De West-Indische boomvarens kunnen ruim tien meter hoog worden met tot twee meter lange bladeren. Hun stam is geen echte stam - varens vormen immers geen hout - maar bestaat uit een sterk en dicht pakket wortels.