Knut

De knutten of knutjes (Ceratopogonidae) vormen een grote familie van muggen en wereldwijd komen er bijna 6,000 soorten voor. Zeker 100 soorten zijn in Nederland waargenomen en we noemen ze allemaal 'knut'. Ze zijn klein, slechts één tot vier millimeter lang. Daarmee zijn ze zo klein dat ze door een hor kunnen komen.

Waar komen knutten in Nederland voor, zo wilden wetenschappers wel eens weten. Het antwoord was: overal.
[Foto: Scott Bauer]
De vrouwtjes van de meeste soorten hebben zich aangepast om bloed te kunnen zuigen ten behoeve van het nageslacht. Met de bouwstoffen en uit dit bloed kunnen ze eitjes produceren waar de volgende generatie knutten uit zal komen. Je begrijpt het al: dat bloed komt van warmbloedige dieren, waaronder de mens.

Zoals zoveel bloedzuigende insecten worden ook knutten in verband gebracht met het overbrengen van diverse ziekteveroorzakers, zoals virussen, bacteriën en parasieten. De knut is vooral berucht als vector van het blauwtongvirus dat het gemunt heeft op schapen, runderen en geiten. Ook het Afrikaanse paaardenpestvirus wordt door knutten overgebracht en een infectie heeft vaak een fatale afloop.

De beet (hij steekt namelijk niet) van een knut zorgt bij de mensen een intens jeukende, gezwollen rode plek die langer dan een week kan blijven irriteren. Het is een allergische reactie op de lichaamsvreemde eiwitten in het speeksel van de knut. Een huisarts zal je de diagnose van erysipelas geven en een recept voor het antibioticum flucloxacilline uitschrijven.